Hoe stop je een paniekaanval?
Je kunt het opeens krijgen: heftige angst en paniek. Je hart gaat sneller kloppen. Je hebt het gevoel dat je geen lucht krijgt. Misschien zweet je en tril je.
Meer dan de helft van de mensen krijgt een keer zo'n paniekaanval. Zomaar. Of bijvoorbeeld door heel lang veel stress.
Vanzelf voorbij
Goed om te weten: een paniekaanval gaat vanzelf over. Vaak binnen een half uur.
Je hoeft daar dus niet iets speciaals voor te doen.
Ga niet in een papieren of plastic zakje ademen. Dat helpt niet. Het kan je paniek zelfs erger maken.
Tips bij een paniekaanval
Zo kun je omgaan met een paniekaanval:
Adem rustig in en uit: adem 3 seconden in door je neus. En adem 6 seconden langzaam uit door je mond.
Zeg tegen jezelf: 'Dit is een paniekaanval. Het is vervelend, maar niet gevaarlijk. Het gaat voorbij en ik kan het aan.'
Ga even iets doen, zoals een glas water drinken of iets hardop lezen.
Lees op Thuisarts meer over angst. Zoals sociale angst, een fobie en pleinvrees.
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, thuisarts.nl
How do you stop a panic attack?
It can happen suddenly: intense fear and panic.
Your heart starts racing. You feel like you can’t breathe. Maybe you’re sweating and trembling.
More than half of all people experience a panic attack at least once. Sometimes out of the blue, or after a long period of stress.
It Passes on Its Own
Good to know: a panic attack will pass on its own — usually within half an hour.
You don’t need to do anything special to make it stop.
Don’t breathe into a paper or plastic bag. That doesn’t help — it can actually make the panic worse.
Tips for Handling a Panic Attack
Here’s what you can do:
Breathe calmly: inhale through your nose for 3 seconds, then exhale slowly through your mouth for 6 seconds.
Tell yourself: “This is a panic attack. It feels unpleasant, but it’s not dangerous. It will pass, and I can handle it.”
Do something small: drink a glass of water or read something out loud.
Read more about anxiety on Thuisarts.nl (in Dutch). Topics include social anxiety, phobias, and agoraphobia.
Source: Nederlands Huisartsen Genootschap, thuisarts.nl
